In de loop van juni verschijnt het eerste nummer van onze 64ste jaargang. Het wordt opnieuw een publicatie met een gevarieerde inhoud:
- Robbie Denolf, Het verval van het bordeelsysteem. Prostitutie in het negentiende-eeuwse Kortrijk.
- Hendrik Callewier, De hondenslager van Kortrijk tijdens de late middeleeuwen.
- Georges Declercq, Het kapittel van Doornik en de oorsprong van de Sint-Amandsproosdij bij Kortrijk.
- Frans Debrabandere, Frans is niet altijd Frans.
- Greet Verschatse, Gesprek met twee pioniers van De Leiegouw.
- Gerrit Van Betsbrugge, 19de-eeuwse erfenisaangiften, bronnen voor lokale geschiedenis. Windmolens in Aalbeke, Bellegem, Kooigem en Rollegem als voorbeeld.
- Rik Castelain, De dorpsheerlijkheden Herseaux en Moen in handen van de familie Bornage.
- Yves Coutant en Niklaas Maddens, De kroniek van Jacques Goethals-Vercruysse (15).
- Frans Debrabandere, Flaüte, Picardisch scheldwoord voor een Vlaming.
- Boekbesprekingen.
- Kroniek: In memoriam Gabriel Vuylsteke, Ophef in Moorsele over een straatnaam voor Marie Cornillie, Laatmiddeleeuwse sloot en muur ontdekt bij opgravingen op Overleie.
De leden en abonnees, die hun bijdrage voor 2022 hebben betaald, mogen de levering verwachten tegen eind juni.